77

verhouding. 24. De stad is een bolwerk van de ongehoorzamen die de wildernis hebben veracht en zochten naar materiele rijkdom, om zo de geestelijke kennis uit te doven. 25. Wettelozen zijn onrechtvaardigen van hart en leven, bedrieglijk, zij die ten onrechte anderen veroordelen door hun lage normen. 26. Zij zijn degenen die gebruik maken van valse, frauduleuze bewijzen, zoals het gebruik van verkeerde vertalingen en vleselijke misinterpretaties. 27. Het bereiken van de Wet gaat door de geestelijke vissersboot. 28. Als we tot de stam Benjamin zijn gekomen, zijn ingewijd in de geestelijke gehoorzaamheid, dan zullen we merken dat er nog steeds veel drangen in ons zijn die tegen de geestelijke gehoorzaamheid ingaan. 29. Dit zijn vaak de geesten van overmoed. Wij moeten de jacht aangaan op de overmoed, om zo tot de leegte te komen. Dit gebeurd door de doorboringen. 30. De leegte is de paradijselijke afgrond, 77 door de speer. 31. Door de geestelijke jacht komen we tot de Wet, door de geestelijke vissersboot tot de Wet. 32. Er gaan zware oordelen komen over de voeten van de mensen. Zij die hun tenen hebben omwikkelt met de Wet zullen niet vernietigt worden. 33. Het is een jacht op de valse zwarte kippen die door hun valse en letterlijke interpretaties de grenzen hebben gelegd. Wij moeten die grenzen doorbreken. De psalm van de buffeljacht ; Ahnitische voorschriften 34. In de Orionse grondslagen zien we Ahn. De geestelijke buffeljacht was een belangrijk onderdeel in zijn leven, in zijn toewijding aan de Moeder. 35. In de Psalm van de Buffeljacht moest de mannelijke mens toegewijd worden aan de Moeder. De jagers moesten volgelingen worden van de vruchtbaarheid van de kennis. 36. Er was de toewijdings-kennis, de kennis van geestelijke gehoorzaamheid. Door deze kennis was Ahn verbonden aan de Moeder.

78 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication