197. Grotschilderingen in de duisternis, Wij worden hier beschilderd, Op grotschilderingen zullen wij veilig wonen. 198. Niemand zal zaken doen, er is niets meer, alles is voorbij. Alles gaat voorbij. Ik tuur naar vage herinneringen, ik ken ze niet eens meer bij hun naam. Ze zien mij niet, ze zijn te ver weg, als de morgen nu maar komt, dan ben ik voor altijd weg. 199. We kunnen niets voor altijd dragen, aan het einde der dingen zijn we vrij. Herinneringen draag ik bij me, ook zij zullen vergaan. Waar grijp ik naar ? Alles gaat voorbij. 200. Ik kan niets vasthouden. En als ik het doe, doet het pijn. Nee, ik laat alles los, voordat het mij loslaat. Ik ben te bang om nog eens te vallen. Ik ben nu ver weg, niets kan me meer raken. Ik kan niet meer grijpen, ik ben verlamd, maar nog steeds sta ik stijf, Fragmenten aan het einde van de dag, spiegelingen van het verleden en toekomst. 800 201. Ook nachten gaan voorbij, en dingen worden kouder, Een nieuwe vogel vliegt, achterlatende zijn pasgeboren jongen. Alles gaat voorbij, en scherpe dingen worden zachter, alles gaat voorbij, ook de herinnering tussen jou en mij. 202. Zoveel woorden van elkaar gebroken. Ik weet niet waar zij mij leiden. Ik kan het niet verstaan. 203. Als een bloem in een diepe vallei. Op mijn benen kon ik niet meer staan. 204. Zoveel pijlen schieten er door mijn hoofd. Ik verlies mijn zicht. Ik kijk naar mijn hersenen, als naar bloesem, Ik ben niet meer in de zee. Dromend glijd ik in een oerwoud, maar het brokkelt af in mijn handen, totdat alleen een rode lijn overblijft. 205. Rood zover het oog reikt, die rode lijn, Als een rood pad door de wildernis. Ik staar naar de pijlen.
801 Online Touch Home