943

de zonde vernietigd alles. 8. We leven in het tijdperk van de zondeval, buiten het paradijs, en de mens blijft maar vallen. 9. Zonde wordt vandaag de dag goedgepraat en niet erg gevonden. Natuurlijk moet men wel weten wat zonde is en wat zonde niet is. 10. We moeten weten hoe groot de zonde en de ellende is. Eerst moet je de vijand kennen voordat je de vijand kunt overwinnen. Ook moet je weten hoe je de zonde moet overwinnen. 11. Het Woord praat de zonde dus niet goed. Het Woord stelt dat we de zonde meer en meer moeten haten en ontvluchten, want God is vertoornd over de zonde. 12. Wij zijn allereerst geroepen om te prediken tot de onderwereld. 13. Eerst moeten de vleselijke werken gedoofd worden en uitgeschakeld. 14. Het pad is al gelegd. Nalatigheid is ook een vorm van ijdelheid, als wij zomaar vooroordelen hebben. Dan zijn wij vol met ijdele beelden door gebrek aan kennis. 943 15. De hemel werkt zowel in de storm als in de stilte. We hebben niets aan praatreligie, maar we hebben te strijden tegen werelddienst wereldgelijkvormigheid. 16. Gij zult de hemel niet ijdel gebruiken, gij zult niet nalatig zijn naar de hemel. 17. De mens is wereldgelijkvormig en werelddienend. De mens heeft het vlees tot Woord gemaakt, maar dit is een Woord met hiaten, een alcoholisch Woord. 18. We moeten diep de zee in. De mens is nog steeds in strijd met zijn eigen vlees. 19. Hoeveel tranen zijn er wel niet verborgen ? Deze rivieren zullen zeker losbreken. De tranen leiden uiteindelijk tot het gezonken geheimenis 20. De mens overdenkt te weinig, en zo gaat het leven van de mens in onnut voorbij. Er is weinig opmerking bij het hemelse Woord, de hemelse prediking wordt zonder vrucht aangehoord 21. Van het wenen hebben de wereldlingen verder een afkeer. Ze hebben liever de gedachten vol met wereldse bezigheden en vermakingen. en

944 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication