110

26. HET ROZE VUUR 1. Ze hebben gestoken, En nu is alles zacht als honing. 2. Ik had geen andere keus, Ik kon niet meer terug. 3. Bij daglicht was ik een golf in de zee, Tot een roze stad, waar paarse rozen bloeien. Paarse rozen groeien aan de wanden van de gracht. 4. Roze muren hebben de kamer, In een groot vuur is de moeder, sterker dan haarzelf. Ze rent om van het vuur los te komen, maar het blijft knagen. 5. Totdat ook de honing haar vindt. 110

111 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication