124

32. DE KROONGETUIGE 1. Tussen het speelgoed stond het daar. Het was speelgoed. Zij zag dat alles opgestapeld was in dozen. Iemand had een doos opengemaakt, en nu was het hier. Het was niet meer te stoppen. Zelfs speelgoed kun je niet vertrouwen. 2. Hannah had het voor haar zoon geopend. Nu was hij dezelfde niet meer. Hij moest in een ander huis wonen. 3. In een ander huis, een vreemd lijden, Waar leidde dit speelgoed heen ? En nog is dit speelgoed met hem. 4. Hij had het speelgoed aan de kant gezet, maar het weet hem altijd weer te vinden. 124

125 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication