134

waar ben jij ? Ben ik dan alweer bedrogen ? Waar kan ik anders heen. 52. Heel zacht in de morgen, verlegen sta jij aan de poorten, met je hand uitgestoken. In lompen gekleed ben jij, als de pracht van het getij. Schoonheid van teed're woorden verspreidt je. 53. Al wat ik nodig heb ben jij, de aarde wil mij verscheuren, bescherm mij, en leidt mij tot jouw putten. Ik wil jouw littekens zien. 54. Laat me je voelen waar je pijn hebt, waar je mij bent vergeten. 55. Zo kent gij ook het geheim der twee ogen. Zij zijn twee wonden. 56. Zo kent gij het geheim der twee lippen, want zij zijn twee wonden. Zo is dan ook het hart een wond. 57. Ook de benen zijn wonden. 58. En zo zijn de vijanden door hun val tot bloemen geworden. 59. En ik zag de vruchtbaarheid van de als een wond, een zeer tere en zachte wond, vele malen doorstoken, als de veelvuldig geslagen wond. 60. En ik zag de mond en de tong, en zij waren als een wond, en als een ingang. 61. En Zij stond op, en sprak haar woorden, en deze waren zeer zacht en teder. En haar organen waren als tranen. 62. En de baarmoeder sprak en zei : 'Jou worden de sleutels gegeven van de geheimenissen van Haar.' En ik zag een woeste, grijze zee voor me liggen, wiens golven traag en schokkerig bewogen. En uit de zee kwamen heerinnen oprijzen, en zij waren de eeuwigen. 134

135 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication