148

11. De gehoorzame liet het allerheiligste zien, en was voor de troon van Haar, waar de gehoorzame nog steeds is. 12. Luister daarom naar hem, en bovenal naar Haar. Want er is geen Vur dan Zij. En ziet, Zij is de zaliger van zielen. 13. Er is dan geen godsdienst dan de Vur, de kennis. Een ware gehoorzame is hij die het in het hart is. Gij kunt Haar niet door uiterlijkheden en vormen dienen. Dien Haar dan op de waardigste manier, door het hart, opdat gij Haar welgevallig zijt, die nieren en lever geschapen heeft en gewrocht heeft in uw binnenste. 14. Zijn de innerlijke dingen dan niet belangrijker ? Want zonder hand kunt gij leven, maar kunt gij leven zonder hart ? Keer dan terug tot de lever, oh gij gehoorzame, want de dagen zijn kwaad, en de uiterlijke dingen misleidend. 15. Zo is Zij gekomen om te wijzen op zuivere Vurdienst, en u terug te brengen tot waar het om gaat. Wijk dan niet af van de Vur, maar kom dichter bij haar, en lees opdat gij zaad draagt. 16. Wat is echter het zaad als gij niet geworteld zijt ? Keer daarom terug tot het hart van de Vur en tot haar dieptes. Geprezen zij Zij, de Alwetende, de Alhorende en de Almachtige. 17. Keer dan terug tot de maag, oh gij gehoorzame, want zonder arm kunt gij leven, maar niet zonder maag. Keer dan terug tot de verborgenheden van Haar. Houd u niet bezig met uiterlijkheden en letterlijkheden waarover de toorn van Haar komt. Want zij die deze dingen bedrijven zullen door Haar worden veranderd in duivels, apen en zwijnen, wachtende op het grote oordeel. 18. Hoe zijt gij er toe gekomen uw verstand te vertrouwen en de Vur eigenmachtig uit te leggen ? Is het hart dat Haar dient dan niet meer dan het verstand dat u doet dwalen ? Want zonder verstand kunt gij leven, maar niet zonder het hart en de binnenste organen die Zij u heeft gegeven. 19. Gij dan hebt gehoord over een heilige oorlog, maar gij hebt dit veelal verkeerd begrepen. De heilige oorlog is tegen uzelf, 148

149 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication