157

8. Ik steek mijn hoofd in zo'n kelk, Ik kan weer ademen, Het kruid van de rivier in mij 9. Zij is op een bed van bloemen, Met kruid in haar haar vertelt ze het verhaal, Het gegrom van beesten 10. Ik durf niet dichterbij haar te komen, De zon van het rode is op haar, De zon van de rode bloemenvelden, De sappen wellen diep op in haar 11. Wanneer het sap de takken raakt zal de morgen niet komen, Alleen de nacht is daar 12. Zij kan de nacht niet verstaan, Zij maakt haar eigen nachttaal, tegemoetkomende tot het verhaal 157

158 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication