187

Ik ben als doof en blind, alles zal vergaan. 25. Ook nachten gaan voorbij, en dingen worden kouder, Een nieuwe vogel vliegt, achterlatende zijn pasgeboren jongen. Alles gaat voorbij, en scherpe dingen worden zachter, alles gaat voorbij, ook de herinnering tussen jou en mij. 26. Ik kan er niets aan doen. Zij regeren daar met vuur en vlam. Het is te laat, niks meer te blussen. De rode bloemen velden hebben mij gevonden, hun verloren kind, hun boodschapper zo lang geleden uitgezonden. 27. Zij is dan de wever van het roze en dat wat onder het roze is, tot aan het spiegelende roze. En Zij sprak : Ziet dan, de heilige traan is vleesgeworden. En deze traan kwam van onder het roze, en zij was als de staart van een vis. 187

188 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication