192

Ik kan me niet bewegen. Ben verstrikt in uw twijfel, onzekerheid bevroor mij. Ben nu een bloem in uw vallei. Na een harde nacht, makende alles zacht, zoveel draden van kennis en zachtmoed, geweven door mijn wonden, totdat alles onder het roze zakt. 43. Nu ben ik dan in distelzee, de rozen steken mij, totdat ik ontwaak in tederheid, tot het zachte ben ik gedaald, tot onder het roze, waar rozen met spiegelend roze mij betoveren. Ik ga nooit meer terug, maar een diepe koorts overvalt mij, als een zwarte brandende deken, waar hun ogen mij hebben bekeken, in hun boeken schilderden zij mij, onder het gele. Kun je mijn hand raken, er is prikkeldraad tussen jou en mij, ik hoor je gillen, wij zullen alles krijgen, als we onder het bruine zijn gezakt. 44. Plotseling, heb jij dat ook gezien, al die bliksemflitsen. 192

193 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication