203

42. Nu staan dan drie voor jouw storm. Waar zal het hen naartoe nemen ? Zij hebben honger. Jij wil hen naar het holle nemen. Zij hebben de stem van de storm nog nooit gehoord, en nog nooit beluisterd. 43. Het regent, siroop om te verzachten, maar om de honger te brengen. Zij zijn op weg naar het holle, zulke diepe putten, de teilen van ivoor. 44. Ik bevond mijzelf op de rug van het Grote Misverstand, een vis in de hemelen. 45. Die kusten zijn te ver om te bereiken. 46. Hier vechten de oude dialecten. Hier strijden de woorden, de uitgangen en de talen om de voorrang en de eer. 47. Oh, hoe gij het klei der aarde veracht hebt, en hem tot een vloek hebt gebrouwen. Maar nu zult gij zelf tot een vloekwoord worden. Gij zult uzelf tot eeuwige schrik zijn. Dan zult gij de aanhef niet vergeten. 48. De oude dialecten, de oude doolhoven en dwaalhoven zullen de oude oorlogen ten ruste brengen. 203

204 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication