21

7.Zijn leven stond op z'n kop. Hoe zou zijn vriendin hierop reageren. Hij stelde vele vragen, en het gesprek duurde tot diep in de nacht. 8.Hij kreeg in ieder geval een aantal boeken, die hij zeker zouden lezen. 9.Zij stond geheel achter hem. Ze was altijd al zijn stille kracht geweest, maar op een dag kreeg hij de schrik van zijn leven. Er lag een brief van haar in de brievenbus. Ze dacht dat hij gek geworden was. 10.Hij begon dromen te krijgen voor anderen, maar hij werd veelal afgewezen en bespot. Men wilde zijn boodschappen niet horen. De dromen begonnen wilder te worden, en steeds vaker begon hij over apocalyptische taferelen te dromen. Zijn boodschappen kregen steeds meer een waarschuwend karakter, en anderen begonnen bang voor hem te worden. Zijn boodschappen waren raak. 11.Maar na een golf van boodschappen en actie begon hij op droge terreinen te komen. De dromen en visioenen werden vager, en tenslotte had hij het gevoel dat hij afgeweken was. Hij had houvast aan hen die hem vertelden dat afzondering en droogte zo belangrijk waren. "Het paradijs is omringd door woestijnen." 12.Hij begint boeken te schrijven, maar hij merkt dat iets hem probeert tegen te houden. 13.Midden in een droom begonnen zachte bellen te rinkelen, en het was alsof hij in brand stond. Z'n hele lichaam begon te schudden en te transpireren. Zijn handen begonnen te tintelen en te branden. Hij wist dat wanneer hij zijn handen ergens op zou leggen, het zou kunnen wegsmelten. Hij merkte dat hij de hitte kon bepalen met zijn oog. Hij merkte dat hij nu langzaam wakker begon te worden. 21

22 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication