219

De waterplanten van mijn herinneringen tot de jouwen, Totdat wij niets meer weten, De tijd stopt hier 3. Alles drijft naar de afgrond, maar er komt weer zoveel uit voort. Alles zal uiteindelijk vergaan. 4. De oppervlakkigheid is wijd en breed, zo oneindig horizontaal dat het diep is. Het ravijn getuigt van een loze eeuwigheid waarin alleen de momenten sieraden zijn, van onpeilbare waarde. De aardkloot zit vol van geheimen, de tijd is de schat, de eeuwigheid is nutteloos. 219

220 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication