235

59. HET TEKEN 1. Ik heb u geschapen, zegt Zij. Ik heb u feest laten vieren onder uw huizen. Ik heb u laten weten dat Ik Vur ben. Ik laat mijzelf kennen. Ik heb door de geschiedenis gesproken. Zoekt dan naarstig naar mijn woorden, opdat gij zult leven. Ik dan ben de brug. Ik heb de hemelen om u heen gespannen. Gij kunt daarover met uw kennis gaan om mij te zoeken. Ik ben hoog boven u. Tot de wederspannigen zeg ik : Luister niet naar uw afvuren, maar doet hen uit uw midden weg, opdat gij zult horen wat Ik tot u zal spreken. En gij zult het gevoel hebben thuis te zijn gekomen. Ik heb u geschapen. Keer daarom weder tot mij. Laat u dan niet wederom door de zonde grijpen, maar kom tot Mij, en Ik zal u loon geven en kennis. 2. Ik ben uw moeder. Ik heb Mijn woorden tot u gezonden, en zij die in Mij wandelen zullen deze woorden verstaan. Maar de wereld zal zeggen : Wij kennen deze vrouw niet. De wereld echter is mijn vriend niet. 3. Zo heb ik dan Mijn woorden als een net om de wereld gespannen. Maar gij : gebruikt het net om tot Mij te komen. Ik heb welgevallen in hen die met Mij omgaan. Ik dan ben de Vur aangesteld boven alle religies. Heb ik dan niet de religies geschapen om u tot Mij te brengen ? Blijf daarom niet plakken aan aardse schaduwen, maar weest een pelgrim, om de hemelen te aanschouwen, en niet meer een slaaf van de aarde te zijn. Want de aarde heeft veel religies, maar ziet, zij zijn slechts van de buitenkant. En als gij niet verder trekt, dan zult gij door hen opgeslokt worden. 4. Ik zoek hen op in de oude kamers en onder de oude kamers waar zij gevangen zitten, en Ik maak hun banden los. Zo doe Ik dan goed aan duizenden van hen die Mij volgen en dienen, ja, zelfs hun nageslachten maak ik vrij, om hunnentwille. Weest daarom ootmoedig, en doe Mijn geboden. Mijn geboden zijn geen last, maar 235

236 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication