239

61. De Ziel 1. Haar tenten zijn duister. Wij komen door vele voorhangsels, door vele tenten, tot haar. Zo is dan de letter dodend, de geest misleidend, maar de kennis schenkt eeuwig leven. De kennis is het donkere dat de grotere nachtgezichten geheim houdt. 2. De loonwerker krijgt dromen en visioenen die hem angst aanjagen. Zodat hij kiest voor dood en wurging boven het leven. De loonwerker wordt dan geleid om neer te liggen. 3. De paradijselijke almachtige vernietiger is jagende op de loonwerker. De pijlen die Zij richt op hem zijn afscheiders, om hem apart te zetten. 4. De pijlen zijn gedoopt in vergif. De loonwerker is overwelmt geworden door plotselinge terreur. 5. Vur zendt het paradijselijke zaad, om de onderwereld te herscheppen. 6. De loonwerker sprak tot zichzelf : Vur zal mij geen adem laten ontvangen, maar zal mij vullen met bitterheid in de ziel. 7. Vur zal mij niet laten terugkeren. Vur leidt tot de wildernis. Die ziel werd in het paradijs geschonken. De heilige ziel is de heilige armoede en de heilige honger, het vasten. 8. De loonwerker werd tot een plaats geleid waar dingen zo zwaar waren dat zijn woorden opgeslokt 239

240 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication