273

3. In het slot hingen schilderijen, en er waren veel mysterieuze boeken. Ze gingen op een bed liggen, met een gordijn als deken. De groene dood was in de rivier, maar klom op de kant en ging het kasteel binnen. Aan de muren hingen skeletten. 4. Zij las hem verhalen voor, en het was voor hem een nieuw leven. Ze praatte snel, maar het was goed volgbaar voor hem. Hij had haar leren begrijpen. 5. De groene dood schoof als een deken over hem heen, en plotseling stond het slot in brand. Snel doken ze de rivier in. Het was alsof alles in brand stond. De boeken veranderden in vogels, en de groene dood dook in de rivier om achter hen aan te gaan. Maar mysterieuze rozen waren om hen heen. Toen veranderde de rivier in bloed, en de groene dood loste er in op. 6. Ze zwommen naar de overkant, en gingen op de kant zitten. Rozen groeiden naar beneden vanuit de bomen. De vogels der geheimen kwamen om hen heen. 273

274 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication