279

76. DE WEDERGEBOORTE 1. Vanuit dit bloed kwam alles voort, Als een valstrik brandde het voort, 2. Als een vuur wat zichzelf zou vernietigen, Daarom moesten de ijstijden komen 3. De planeet scheen verhit te worden door een andere planeet, de Duizen, wat als een mysterie daar hing, zo groot, zo rood. Alhoewel het nacht leek was de hele planeet verlicht door dit vuur. De Duizen werd aanbeden. De Duizen, hangende als een baarmoeder. Zij is als een wild beest. 4. De baarmoeder verslindt, en bouwt opnieuw op. In haar wordt het geheugen werd gewist, laag voor laag. In haar wordt men het heilige vasten geleerd. Zij die onder het ijs schieten raken voor eeuwig verloren, maar de Duizen neemt hen uit het water. 279

280 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication