281

77. HET PLANTSOEN 1. We zijn niet kerkelijk, maar gaan wel naar een discussie-groepje om daar de dingen van het geloof te bespreken. Veelal wordt het geloof vanuit de atheistische hoek bekeken, aangevuld met kunstzinnige ideeen. We beschouwen het geloof als een vreemde erfenis, als cultuurgoed, maar voelen ons ook ingenomen, onder schrikbewind, door kolonisten uit het midden-oosten. 2. Er wordt al voor ons gedacht, er is al voor ons gedacht, en er zal nog veel voor ons gedacht worden. Dat de etiketten niet passen is niet van belang. Het zijn de merktekens van het beest. 3. Wat hebben wij in te brengen tegen deze bezetters ? We kunnen ons hoogstens aansluiten bij het verzetstrijders-front tegen zulke praktijken. Wij hebben allemaal het merkteken van het beest ontvangen, of we nu wilden of niet, en het merkteken is eeuwig. Daar kan zelfs God of de keizer niets aan veranderen. Er zijn hier in dit land drie oppergeloven waar iedereen zich aan dient te onderwerpen, waarvoor elke knie zich dient te buigen, en waartoe elke tong zal belijden : het medische geloof, het geloof in de geestelijke gezondheid, en het orale geloof, tot aan het dentale toe. En of je nu een dentaal bent of je bent het niet : die kerk kent geen grenzen. 4. De wet die hen door God gegeven is, en waardoor zij de macht hebben gekregen, moet gehandhaafd worden. 281

282 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication