304

83. DE SCHEDEL 1. In een zwart gevlekte grot ontwaakt Hannah. Sinds ze de zwarte leeuw doodde kon ze alleen nog maar slapen. Nu rent ze door het oerwoud om haar stam het grote nieuws te vertellen. Deze zwarte leeuw had hun verstand zo lang gemarteld. Het was een gedachteneter, en wanneer hij delen van hun verstand wegvrat, dan was de horror oprijzende in hun lichamen, tragedie na tragedie. Ze wist niet hoe de terreur rees achter de berg van de zwarte leeuw. De zwarte leeuw had zoveel welpen voortgebracht. Ja, de stam van Hannah wist niet welke horror wachtende was sinds de zwarte leeuw was gedood. 2. Het ras van zwarte leeuwen was in grote rouw sinds de dood van hun vader. Ze lieten hun gehuil horen in hun verborgen plaats in een donkere grot achter de berg. Niemand wist van hun bestaan af, want hun vader ging altijd op jacht, en bracht het vlees naar hun geheime plaats. Nee, zij verlieten de grot nooit, sinds er teveel gevaren waren voor de welpen. Maar sinds ze waren opgegroeid en hun vader was gedood, moesten ze hun grot wel verlaten. Zij konden ruiken wat er gebeurd was, en zij konden ruiken wie dat allemaal had gedaan, zij die wezen van hen had gemaakt in hun eenzame en koude jaren : Hannah. Ze konden de patronen van de bloedslijn ruiken, en zij hadden gezworen niet te rusten of eten voordat zij haar naaste stamgenoten hadden gedood. Hannah zelf zou naar hun grot genomen moeten worden … levend. 3. Het was de grootste slachting waar Hannah ooit mee geconfronteerd werd, de dag dat de zwarte leeuwen naar haar stam kwamen om haar naaste stamgenoten af te slachten. Die dag was 304

305 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication