317

86. HET HALSSNOER 1. Jij zou mijn hoofd vasthouden zoals niemand ooit kon doen, en als ik de kloppingen van jouw hart hoorde, kon ik mijn hoofd laten rusten en veilig slapen. De dingen die jij me vertelt kalmeren mij, het is als staande op een heuvel van dromen. 2. Ik ben wachtende op de dag dat ik je weer zal vinden. Plaats van veren, nemende de lasten weg van mij, je leidt me naar de zachte, zachte rivier, als het slaaplied dat je zingt. 3. Oh, stem van veren, alsjeblieft laat me in. Als het ritme van een lange verloren droom, dring je zacht door. Maar ik ben op de vlucht. 4. Roos, zo traumatisch, de herinnering buigt. 5. Ik kan hun geuren ruiken. 6. Het heeft me gebeten, nu draag ik het merk, een fragiele stroom glijdt diep naar binnen, het houdt nooit op, het trilt als de ziel van de bloem. 7. En het bijt me lager, ‘k heb nu nog een merk, als een vreemd litteken onderwater. Mijn visioenen verdrinken hier, mijn gevoelens trillen weer. 8. Als de bliksem stond ze voor me, als de roos. Maar het is allemaal maar een herinnering, 9. Het breekt, en dan gaat het terug in de geschiedenis, als een plaats waar het schuilt, als een plaats waar het brult. 317

318 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication