33

scherper en sneller, en veel geconcentreerder, en alles werd zachter en zachter. 34. Weer schrok hij wakker. Door van droom tot droom te gaan, en van ontwaking tot ontwaking verplaats je jezelf. Hij was nu heel diep in de kern van de zwarte planeet. De jongen had nog steeds z'n pak aan, maar dit had nu een andere kleur. 35. Dit is belangrijk om nog dieper in de zwarte planeetkern te kunnen. Dit sap zal er voor zorgen dat je niet inwendig geroosterd zult worden. 36. Alle uitkomsten werden op een groot scherm genoteerd. Het was een vreemd alfabet. Het was het alfabet waarmee de zwarte planeet sprak. Plotseling kwam er zwarte bliksem tevoorschijn. 37. Weer leek het alsof de jongen heel snel miljoen keer wakker werd, en hij voelde zich heel licht worden. Vanuit de verte werd er geroepen : Hij komt aan tot de diepere kernen van de zwarte planeet, dichter en dichter. 38. Het leek op een vrouwenstem, maar de jongen wist het niet zeker. In de verte zag hij een woestijn die voor zijn ogen bewoog, met bijna een spiegelend oppervlak. 39. 'Ik heb je nodig,' zei de zwarte boom. 'de zwarte planeet staat op uitsterven. Als de vlam dooft, dan gaan we er allemaal aan.' 40. 'Ik heb je nodig,' echoode het door het hoofd van de jongen. Maar de jongen was ver weg in zijn herinnering. Het leek wel alsof al zijn 33

34 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication