339

Er valt hier niets te graaien, Daar glijdt ik weg, Dieper in het koele water 6. Ik greep de stad als een vis, Maar het zwom weg, Nu ben ik jagende 7. De stad komt nooit meer terug, De weg zal nooit getoond worden 8. Ik zag hen torens bouwen tot de stad, Maar aan hen wordt niet gedacht 9. Ik zag hen diepe gaten graven tot de stad, Maar zij vonden het niet, De stad was gehuld in een mysterie, De stad was een bloem 339

340 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication