374

41. 'Handig,' sprak het jongetje. 42. 'Jazeker,' lachte de hoge barbaar. 'Dat kan goed van pas komen.' 43. 'Klopt het dat uw volk in oorlog is met de Rivier vrouwen ?' vroeg het jongetje. 44. 'Ja, dat klopt, dat is nog iets van vroeger,' sprak de barbaar. 'Daar wil ik ook snel een einde aan maken. Het is nergens voor nodig, maar heeft met vroeger te maken. En ik wil jullie niet verder ophouden. Ik zie geen reden om jullie hier nog vast te houden,' glimlachte de hoge barbaar. 45. Even later liepen ze het dorp uit, en zochten naar de plek waar ze werden aangehouden. Daar moesten ze verder richting de Rode Zee. Maar alles was veranderd. Ze herkenden niets. 'Dat moet betovering zijn,' sprak het jongetje. 'Ik ken deze barbaren. Alles verandert hier de hele tijd, zodat niemand hier weg kan, en indringers hun weg niet kunnen vinden. We zitten hier vast. Alles zal in hun voordeel werken. Alleen door hun toverij kun je de weg vinden. Dat is een hopeloze zaak, want ik ken het niet.' 46. Ze probeerden het dorp weer te vinden, maar ook het dorp was in geen velden of wegen te bekennen. Het was spoorloos verdwenen. 374

375 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication