406

Nooit komt er een eind aan haar geklaag 73. In het hoge, vergeelde gras van de wildernis staat zij, Het is bijna hooi, Haar prooi draagt zij met haar mee, Zij grijpt haar mes, En snijdt haar vijand open, Als een offer tot de planeet van bloed, 74. In het hoge gras staat zij, De wildernis achter haar, Op de wilde velden, En neemt dan haar prooi in 75. In het wilde veld staat zij, Haar hol ver achter haar, Haar ogen slaan de offerdieren, Het fokvee neemt zij mee, 406

407 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication