409

82. Zij is de allerhoogste, Aan Haar is hij onderworpen, Voor haar wil vecht hij, De allerhoogste wil 83. In de opening van de hut staat zij, Met een bebloed mes, Met zijn voorhuid in haar hand, Hij is besneden en kneedbaar, Hij heeft haar gezien en zal nooit meer vergeten 84. Zij waakt over de lammeren, En leidt hen tot de rivieren, om hen te bereiden voor het slachthuis, Zij vergeet niet wat ze doen, Lamsvellen hangen aan haar lichaam, tot de wateren van bloed leidt zij hen. 409

410 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication