418

Zij hadden de vrouw die hij haatte aan de voorkant van het schip vastgebonden, Als een boegbeeld. 108. Hij werd met een gesel geslagen, Hij probeerde te ontwaken, maar hij kon het niet, Hij zonk dieper weg. 109. Waar was hij ? 110. Vrouwen van de wildernis riepen naar hem, bespotten hem, Hij had vreemde bessen gekregen, waarvan hij vreemd had gedroomd, Nu was er niets dan gelach, Het waren lange dromen, Hij was slechts aan het ijlen, Hij was dood, en nu was hij hier, In het rijk der illusies, Het leek wel alsof de dromen over hem aan het vechten waren, 418

419 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication