42

47.Ik dacht dat ik dat wel voor mijn wapens kon gebruiken. 48.Draden van de honger gesponnen, vanuit Temet is het heil gekomen. 49.In een doodstrijd bevond ik mij, alles wat scherp en hard was plette mij, tot tederheid mij vond. 50.Witte roos, tederheid na de steek, zachtheid na de dood, in bitterheid waar ik bezweek, van honger tot honger ging ik, in Temet vond ik heil. 51.En ik wil alleen maar meer, ik wil alleen maar griezelen in dit huis van de witte roos, waar dingen gebeuren die ik niet kon verzinnen. 52.Een veer raakte mij aan, 53.Witte roos, tederheid na de steek, wonden veelvoudig gestoken, nu spiegelt het dan in de wind, al die gezichten die ik was vergeten. 54.Laat dan het woord in u oprijzen. En het eerste gebod is te lijden met uw moeder. En het tweede gebod is met Haar te strijden. Het is om te leren en te onderrichten, en het is om u te heiligen en reinigen in ijs. Het is om te luisteren naar het jonge. En gij zult de wet vervullen. 42

43 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication