466

137. 'Hoe bedrieglijk jij bent, Hannah,' sprak ik nijdig. 'Ik ben je niets verschuldigd,' zei Hannah. 138. 'We trokken samen op, verrader,' zei ik. 139. 'Wen er maar aan,' zei Hannah. 140. Ik probeerde mezelf uit het net te worstelen, maar alles zat goed vast. 141. 'Jij bent hier op ons gebied, dus jij bent ons bezit,' zeiden ze. 142. 'Wat een vreemde manier van redenatie,' sprak ik. 143. 'Waarom is dat zo moeilijk voor jou te begrijpen ?' zei Hannah. 144. Ik zuchtte. Eén van de vrouwen greep een gesel van haar heupen en ranselde mij af. Toen werd ik uit het net gesleept. Ik werd geslagen totdat ik bloedde. Ik kreeg een touw om mijn nek, mijn handen werden achter mijn rug vastgebonden, en ik werd naar een paal geduwd, waaraan ik geknield werd vastgebonden. 466

467 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication