470

vrouwen. Angsten doofden mijn identiteit en moraal volledig uit. Ik was één van hen geworden. 161. Ik begon in mezelf te filosoferen hoe ik hieruit kon ontsnappen. Maar ik kon het niet in mezelf opbrengen. Ik was verlamd van angst. Deze vrouwen moesten gestopt worden. Maar hoe ? 162. Er waren strenge, onverbiddelijke hierarchieen. Ik moest hier aan wennen, maar gleed steeds dieper in deze poel. Ik begon mijn houvast te verliezen, mijn zekerheden. In de arena moest ik mijn weg omhoog zien te vechten. Ik mocht nog van geluk spreken dat ik nog leefde. Ik herinnerde mij Egau. Ik ging kapot van de buikpijn en de angst. De vrouwen grepen niet in. Het was de strakke wet van de arena. 163. De nachtmerries over Egau kwamen terug. Ik moest hem verslaan, en gelukkig brachten ze mij terug tot de arena waar ik weer een kans had om te overwinnen. 164. Woeste ogen keken mij aan. Sommige beesten hadden mijn aanwezigheid ontdekt. 165. Vrouwen reden op zulke beesten. Het gebrul van de beesten kon het verstand tot slaaf maken. Daarom werden deze beesten ook volop gebruikt in de slavenjacht. Vrouwen probeerden het gebrul van de beesten vaak na te doen in de slavenjacht, om hetzelfde effect te krijgen, namelijk dat mannen duizelig zouden worden, en zich aan 470

471 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication