474

176. Het was rustig hier. Er waren geen directe bedreigingen. Hij begon kruiden te verzamelen en zaad die deden hallucineren. Misschien was dit de oplossing wel. Alles hing hier voor zijn ogen wat vroeger voor hem verboden was. Hier riep het bijna tot hem : 'Raak mij aan, eet mij.' Hij vond wat stenen en joeg op een jong hert, wiens zachte, tedere vlees hij begon te eten. Het warme bloed gleed over zijn kin en zijn lichaam. Snel zaten zijn handen en voeten onder het bloed, en verslond hij zijn prooi. Het moest op deze manier. Hij moest overleven. Hij moest jagen. 177. Hij droomde over zijn tranen, zijn warme tranen, die een fragiele, hangende brug vormden over een woeste rivier, als over een ravijn, waar hij bijna in te pletter stortte. Maar toen hij naar beneden keek, was het allemaal bloed. Hij kwam tot het land van bloed, wat zich met zijn tranen vermengde. Hij dronk ervan, en het bleek hem nieuwe energie te geven. Dit bloed was van de vijand, de grote vijand, zijn jacht-prooi. Hij wilde in kaart brengen wie zijn vijanden waren. Hij tekende wat in het zand. Hij vroeg zich af hoe hij eigenlijk was ontsnapt uit de eindeloze slaven-karavaan. Was hij wel echt ontsnapt, en was hij wel veilig ? Hij miste wel avontuur, maar hij was getraumatiseerd. 178. Zijn pad was woest. Het scheen geen medelijden met hem te hebben, maar medelijden was verboden op de planeet. Zou het masker van Azulan daarmee te maken hebben ? Wat was er achter het masker van Azulan ? Hij droomde nog vaak over dit masker. 'Je kunt toch niet van mij ontsnappen,' zei het masker altijd. Had hij misschien een ander masker nodig om het masker van Azulan te kunnen overwinnen ? 474

475 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication