51

22. Na enkele weken waren de zaadjes van de jongen op, maar er lagen alweer nieuwe zaadjes. 23. Een kus die je uitleidt, naar een hele andere wereld, waar alles meer een geheel is. Zo kom je onder de sluiers door. 24. Maar op een dag werkten de gele zaadjes niet meer voor de jongen, hoeveel hij er ook van nam. Weer had hij een gesprek met zijn meisje. Een dag later lagen er weer andere zaadjes onder zijn deur. 25. Een grote vrouw verscheen voor hem, en liet alles om hem heen draaien om hem in haar wereld te zuigen. Zijn verstand en bewustzijn, en al zijn herinneringen waren plotseling als water zo week, als zachte pudding. Scherpe tonen leken zijn hoofd te doorboren en rode met roze stralen, als infra-rood en lasers. Maar nog steeds leek het alsof ze in zijn kamer waren. Ze ging op zijn bureau zitten. Nee, dit was niet zijn kamer, maar leek op zijn kamer. Het gordijn achter haar was prachtig golvend met satijn, kant, wol en dierlijk touw. Door het raam zag hij niets dan vuur, maar het was als het vuur van drugs. Het speelde met zijn verstand, met zijn herinneringen, met zijn dierlijke instincten en met zijn filosofieen. 26. 'Mijn naam is de Hel,' zei de vrouw. 'Ik ben de plaats waar jij was. Je hebt haar overwonnen.' 27. 'Wie heb ik overwonnen ?' vroeg de jongen. 28. 'Haar, degene die loog over mij,' zei de vrouw. De vrouw pakte hem stevig beet en kuste hem. 'Mijn zuster, genaamd Leven. Mijn andere zuster is Dood.' 29. 'Ik ben blij dat je mij hebt gevonden,' zei de vrouw. 30. Buiten was er inmiddels rood vuur, als gevuld met bloed. 51

52 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication