56

18. 'Ach, dat weet ik nog niet, dat wil m'n moeder me nog niet vertellen,' zegt de jongen. 19. Dan begint het meisje te vertellen over hoe ze is behandeld. Ze had een vriend, maar die wil ze nu nooit meer zien. De jongen raakt geinteresseerd, en zou wel eens naar hen toe willen. Het meisje wil onder geen enkele voorwaarde mee, en de jongen besluit alleen te gaan, samen met zijn vader. 20. Tijdens de bidstond wordt er gevraagd of er nog getuigenissen zijn. De jongen gaat naar voren en vertelt over het meisje dat geen stem had, en dat hij het als een wonder zag dat ze nu weer kon praten. Een vrouw daar zei : 'Nou, daar mogen we heel dankbaar voor zijn, dat ze is genezen.' Maar toen stond de vader van de jongen op, en zei : 'Het is gekomen door één van mijn drankjes. Ik ben drankjeshandelaar.' Ook de vroegere vriend van het meisje hoorde het verhaal, en dacht even aan haar. Maar daarna dacht hij dat het wel toeval zou zijn. 'Kent zij ons al ?' vroeg de vrouw. 21. 'Ze kwam hier,' zei de jongen, 'maar jullie hebben haar weggestuurd.' De vrouw keek naar de vroegere vriend van het meisje. Toen probeerde hij zich te verontschuldigen : 'We hebben haar niet uit de gemeente weggestuurd. We vonden het alleen beter dat ik de relatie met haar zou verbreken. Ik ben namelijk een leidinggevende hier, en hoe moet dat met een vrouw die niet kan spreken ?' Toen ineens stond zijn vroegere vriendin in de deuropening. Iedereen schrok. Ze liep af op de jongen met wie ze bevriend was geraakt en omhelsde hem. 21. Ook de vader van de jongen kwam bij haar staan. 'Zo, je ziet het, hè, ik kan weer spreken,' zei het meisje. Haar vroegere vriend boog in schaamte zijn hoofd. Toen kwam een man naar voren en richtte zich tot het meisje en de jongen, en zijn vader : 'Het lijkt me wijzer 56

57 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication