574

16. Ik kwam haar een paar dagen later in de bibliotheek tegen. Ze was daar aan het lezen. Ze had prachtige laarzen aan. En een prachtig wit broekje dat tot aan haar laarzen reikte. Ze had touwtjes in haar haren. 17. Ik had een bessensmaak in mijn mond. Ze deed alsof ze me niet zag, of misschien zag ze me helemaal niet. Ik liep langs haar heen, en liep zo dicht tegen haar aan dat ik haar raakte, maar niet te hard, en niet te dichtbij, en zeker ook niet te lang. Een rilling en een warm gevoel ging door mij heen. Ik voelde mij als in de hemel. 18. Plotseling keek ze op, en keek alsof ze me niet herkende. Toen las ze weer door. 'Je herkent me niet ?' vroeg ik. 'Nee,' zei ze, terwijl ze niet opkeek. Ze las gewoon door. 'Ik geloof je niet,' zei ik. 19. 'Het is me allemaal verboden,' zei ze. 'Door wie ?' vroeg ik. 'Je familie,' zei ze. Ik zweeg. 20. Ze wil dat je haar nooit vergeet. Ze overhandigde me een brief. 'Lees,' zei ze. Er stond in dat ze naar het bos zou vluchten, voorgoed. Ze wilde dat ik zou komen. 21. Ze hield veel van de bossen. En haar moeder reiste in bootjes door het bos. Ook zo'n bosmens. En dan vreemde dingen, he. 22. Ik besloot door de vele struiken van bosbessen naar het bos te gaan. Al gauw kwam ik haar daar tegen. Ze had een boog op mij gericht. 'Wat kom je doen ?' zei ze ruig. 23. 'Ik dacht dat je wilde dat ik kwam ?' zei ik. 'Wie ben je ?' vroeg ze. 'Ik dacht dat je me wel kende,' zei ik. 24. 'Ik ben niet degene die jij denkt dat ik ben,' zei ze. 'Ik ben nu iemand anders.' 574

575 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication