64

12. ‘Oh, maar dat is verschrikkelijk,’ zei hij. 13. ‘En velen denken dat er nog steeds velen met hun kinderen diep onder de grond werken voor de piraten,’ sprak de andere vriendin. 14. De twee vriendinnen waren wel in voor een avontuur. Een had niet voor niets zo’n nachtmerrie gehad, maar hij vond het veel te gevaarlijk voor haar om haar mee te nemen. Hij moest er niet aan denken als ze in de handen van die piraten terecht zou komen. Nee, die nachtmerrie was genoeg. Zij had de eerste stap gezet, en nu zou hij de tweede stap nemen. 15. ‘Ken je misschien hun zwakke plek ?’ vroeg hij. ‘Heb je enig idee hoe ze daarmee kunnen stoppen.’ 16. ‘Ik ken al hun geheimen,’ sprak ze. 17. ‘Wat zijn zijn geheimen dan ?’ vroeg hij. 18. ‘Ik zal je vertellen hoe je hen de baas kan,’ sprak ze. 19. ‘En hoe dan ?’ vroeg hij. 20. ‘Oh, een rode veer,’ sprak ze. ‘Daar kunnen ze niet tegen. Als je met die rode veer voor hen staat dan willen ze alles voor je doen. 21. Na een tijdje had hij een rode veer. Hij had geen tijd te verliezen. 22. Na een paar uur was iedereen naar boven gekomen, en niet lang daarna was er een grote optocht. 23. Iedereen wilde ineens rode veren om zich te beschermen tegen de piraten, en het werd een gebod. Nooit meer wilden ze zoiets meemaken. 64

65 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication