66

8. Om een lang verhaal kort te maken : Na een lange zoektocht vond hij de steen, maar de steen vertelde hem niet terug te gaan naar de vrouw. Deze steen was alles wat hij nodig had. De steen droeg hem ook op niet terug te gaan naar zijn land. Hij had deze steen nodig om de portalen te openen onder de zee, tot de ondergrond, waar hij zou leven als een wilde. Er was een koudheid in de diepte van de zee. Het was alsof hij bevroor, maar zijn hart werd aangeraakt door deze prachtige steen. 9. Hij begon te prediken over het komende oordeel over piraten : 'Ik laat je kiezen tussen twee wegen : Blijf de piraat wie je bent, of wordt een wilde. Keer terug tot de wildernis, of het oog van de piranja zal je slaan.' Hij ging van piratenhaven tot piratenhaven. 'Verlaat je huizen en volg ons,' schreeuwde hij. Ze marcheerden door de straten. 10. Een klein jongetje ontwaakt. Hij had zo vreemd gedroomd. Hij keek naar zijn knikkers die hij gisteren had gewonnen. Hij wilde er weer mee spelen, maar deze keer alleen in zijn kamer. De knikkers waren te belangrijk om zomaar weer te verliezen. Hij begon te prediken als de jongen in zijn droom : 'Verlaat je huizen en volg ons.' Het kleine jongetje begon over zijn droom te vertellen. 11. Op zijn nachtkastje stond een piraten schip met een lampje. Het kleine jongetje las vaak bij het lampje van het piraten schip in de nacht. Hij begreep er niet veel van, maar het piraten leven trok hem aan. Hij was zich bewust dat de boodschap van de jongen in zijn droom om een wilde te worden, en daarom wilde hij ook een wilde worden. 66

67 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication