77

beeld neer. Met grote angst in hun ogen, maar ook met verbazing en verwondering keken ze naar de gevaarlijke steen. Ze waren in ieder geval blij dat ze nog steeds leefden. Het had natuurlijk heel verkeerd kunnen aflopen met zo'n heilig object in de buurt. Nog steeds kenden ze niet de ware aard van de steen, en wisten zij niet waar de steen op uit was. Nog steeds vreesden ze voor hun leven. De steen had geen medelijden gehad met velen van hen. 15. 'Zij heeft voor het beste deel gekozen,' sprak de steen : 'Onderricht.' 'Onderricht ons !' riepen ineens wat jagers en jagerinnen. 'Wij staan open voor u, wat u ons te zeggen heeft.' 16. De steen droeg hen op om optochten te houden in pijen met kappen. In de steen waren visioenen over barbaren in grote gevechten die veel bloed vergoten. 17. De steen droeg hen op de rivier te volgen, dieper de natuur in. Het orakel waarin de steen zich bevond moest in een kist met lange draagstokken meegenomen worden. Niemand mocht omkijken. Zij die dat wel zouden doen zouden dood neervallen, of in de grond wegzakken. Ook smolten sommigen die omkeken gewoon weg. Iedereen was in grote angst. 77

78 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication