88

15. Fragiele draden door mijn hoofd. Het is achter glas, en iedereen voelt hopeloos. Zoveel dromen springen kapot wanneer het langskomt. En men weet nooit wanneer het komt. 16. In een zee van leugens lag ik, maar de pijl maakte alles anders … 17. Mijn hart sterft de hele tijd, totdat ik de rode lijn weer zie, en het grijze wegvaagt, En dan slaapt de stad, bedekt onder sneeuw. 18.Tussen de prachtige bomen staat ze, met prachtige struiken, totdat ik afbrokkel 88

89 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication