33

Hosea 14 2 Bekeer u, Israël, tot de Here, uw God, want door uw ongerechtigheid zijt gij gestruikeld. 3 Komt met woorden van schuldbelijdenis, bekeert u tot de Here, zegt tot Hem: Vergeef de ongerechtigheid geheel en al, en wees genadig; wij bieden als offerstieren de belijdenis onzer lippen. Zoals Hosea 14:3 laat zien is het boek Leviticus een beeld van het mondoffer, het offer van onze lippen : 'Komt met woorden van schuldbelijdenis, bekeert u tot de Here, zegt tot Hem: Vergeef de ongerechtigheid geheel en al, en wees genadig; wij bieden als offer de belijdenis onzer lippen.' Geenszins een letterlijk boek dus. Calvijn stelt bij zijn bespreking van Leviticus 10:3 dat Paulus had gezegd dat de woorden van God ons gegeven waren om ons geduld te leren (Rom. 15:4). Als onze hartstochten teveel zijn opgewekt dan is dat het beste geneesmiddel om ze te onderdrukken en te beteugelen, stelt Calvijn, om ze aan God te onderwerpen, zoals ook David sprak in Psalm 39:10 : 'Ik ben verstomd, ik zal mijn mond niet opendoen, maar gij hebt het gedaan.' Al met al zien we dat het boek Leviticus een boek is van beeldspraak over het offer van de mond, wat ook het offer van het zwijgen is. Stilzijn om te kunnen luisteren. Onze woorden kunnen namelijk tussen God en ons inkomen. Er moet leegte komen tussen God en ons, opdat wij naar God kunnen luisteren, en niet met ons gekwetter de woorden van God missen. Daarom stelde Calvijn dat onze oren doorboort moesten worden, als een besnijdenis van zowel de mond als het oor. Waar dit niet goed gebeurt daar worden zowel het oor als de mond roekeloos, en dan zal de mens vreemd vuur offeren, wat overigens ook in de kerk is gebeurd toen ze al deze dingen gingen verletterlijken, terwijl het om hun eigen mond en oor ging. Het hart kan zeer bedrieglijk zijn, zoals we ook zien in Leviticus 10:1 : En de zonen van Aäron, Nadab en Abihu, namen ieder zijn vuurpan, deden daar vuur in en legden daar reukwerk op; zo brachten zij vreemd vuur voor het aangezicht des Heren, hetgeen Hij hun niet geboden had. Mozes had hen onderwezen, maar de zonen van Aaron draaiden de hele orde om, stelde Calvijn, alsof ze nooit iets gezien of gehoord hadden. Mozes had ijver noch moeite gespaard om hen te onderwijzen en hij had ze gewaarschuwd, maar het werpt dus niet altijd directe vrucht af, en daarin moest Mozes ook geduld hebben. Hoe goed de leraren ook zijn, als de leerlingen niet luisteren en geen goed geheugen hebben, dan is het niet altijd iets wat vrucht voortbrengt. Het inscherpen door God is dus geen overbodige moeite, want de mens vergeet alles snel, en dwaalt snel weer af, stelt Calvijn. Daarom worden er ook zulke beelden gebruikt in Leviticus, maar het is dus van belang te weten wat het betekent. In de grondteksten is dit zeer duidelijk, maar de westerse bijbels hebben de mens op een dwaalspoor gebracht, vreemd vuur ontstoken, zoals de zonen van Aaron. De geschiedenis herhaalt zich. Calvijn biedt als medicijn dat er tegen vleselijke gevoelens gestreden dient te worden. Ook stelt Calvijn dat er soms angst en pijn is, en dat we elkanders zwakheden moeten verdragen en ook meedragen en meelijden, net zoals Mozes dit deed tot Aaron. Hebben wij een koud, religieus hart, dan is het slechts allemaal bijgeloof, maar ware kennis doet liefde kennen. God is veel groter dan de regeltjes die mensen gemaakt hebben. God is veel groter dan het vleselijke geharrewar van de mensen over dingen die er helemaal niet toe doen. God's woord is altijd weer anders, veel groter, en altijd verrassend. Daarom is het belangrijk dat de mens leert wat Leviticus daadwerkelijk betekent : de besnijdenis van het oor en de mond. Dit geeft ook richting aan het oor en de mond. Leren te openen en te sluiten, en te weten dat God altijd groter is. Het was verkeerd afgelopen met Nadab en Abihu, want ze kwamen om door het vreemde vuur wat ze nagelopen hadden, wat een beeld is dat het vleselijke tot verderf leidt. Het loon van de zonde is

34 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication