36

moeten wandelen in de raad van de goddelozen en aan de tafel van onrechtvaardigen zitten. Het gaat dan niet om daadwerkelijke volkeren of rassen, maar geestelijk gezien. Het westen heeft hier haar nazisme en racisme op gebaseerd, maar God bedoelde het als natiologie van de hemelse natie, niet naar het vleselijke bekeken. Het gaat om hen die God's hemelse bezit zijn. We hebben het dan niet zoveel over personen als dat het over principes gaat. Paulus stelt dat wij zelf een gode welgevallig offer behoren te zijn, niet gelijkvormig aan de wereld, maar hervormd in de vernieuwing van het denken, om de wil van god te kennen (Rom. 12:1-2). Calvijn wijst er nadrukkelijk op dat God geestelijk is, en alleen maar geestelijk gediend wil worden, en als de mensen dat allemaal doorvoeren in vleselijkheden dat het dan allemaal bijgeloof is. Het duitse Keil-Delitzsch commentaar (KD) uit de jaren 1800 stelt dat gebed een soort van offering was. Het offer was een soort gebed. Gebeden waren geestelijke offers en offers waren symbolische gebeden. Vele theologen en predikanten worden hiervoor afgehouden, en hun lekenpubliek helemaal. Daarom moet de regressie komen. Het is een ijzeren gordijn wat neergehaald moet worden. De mensen worden van kinds af aan bedrogen, ook in de theologische scholen waar alle kennis wordt uitgezifd, beknopt en populair wordt gemaakt, omdat het bestuurd wordt door het marktwezen. Mensen worden moedwillig bedrogen, allemaal voor geld. Daarom is er de rgg, de regressief-gereformeerde gemeente, als onderdeel van de profetische ondergrond. Dit is een charismatisch project. KD stelt dat in hun tijd er een wijdverspreide leer was dat het offeren stond voor het doen van boete, dus als boete-offering die uitbeeldde dat de zondaar de dood verdiende in de heilige tegenwoordigheid van God. KD stelt dat de offers een beeld waren van de afhankelijkheid van de mens aan God, oftewel aan de kennis. Dat dit zo uitvoerig en gedetailleerd wordt beschreven was volgens KD een beeld van zorg. Zo kon de relatie tussen God en mens hersteld worden. Het had allemaal een speciale betekenis in verband met de Israelitische economie, stelt KD. Het vormde het centrum van al hun aanbidding. We kunnen stellen dat het afleggen van het vlees een hemels betaalmiddel is. KD stelt dat het ook staat voor het aangeboden werk aan God. Alles wat tussen de mens en God instaat moet weg door het offer, wat dus ook een werkoffer is. Wat betekent het geven van tienden ? Het betekent je zaad geven, oftewel je innerlijke kind, als een kind tot God komen. Doem betekent gewoon besnijdenis in het Egyptisch. De eeuwige verdoemenis is de eeuwige besnijdenis van het vlees, eeuwig in de zin van volkomen. Toen Hosea tot Gomer kwam, de volkomenheid in het Hebreeuws, was dit als een eeuwige verdoemenis, oftewel volkomen besnijdenis voor hem, van zijn hart. We noemen dit ook wel het eeuwige kruis, als een beeld van de volharding. Geduld heeft zijn eigen oogst, op zijn eigen tijd. Volkomenheid is ook thummim in de israelitische talen, en zoals we weten was dat een toetssteen. Dat is alles wat de eeuwige verdoemenis is. Het ligt diep in de mens om alles te toetsen. Leviticus is een kruis in het OT. Dit boek gaat vaak over het volkomen offer, als een volkomen overgave. Ook het kind is hiervan een beeld. Merk op hoe het kind in verbinding staat met de eeuwige verdoemenis. Abraham moest zijn innerlijke kind offeren : Izaak, wat ook het sukki woordritme in zich heeft wat volharding betekent in het voortijds. Abraham moest zijn innerlijk kind offeren, als een beeld van het geven van tienden, zijn zaad, om zo tot God te kunnen komen. Hij moest Ismael overleveren aan de honger, de tocht door de wildernis. In de islamitische theologie bouwden Abraham en zijn innerlijke kind, Ismael, zo Mekka, of Bakkah, de oorspronkelijke naam

37 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication