101

We moeten heel veel geduld opbrengen in deze wereld, en er wordt veel opgeroepen tot geduld, maar hoe doe je dat ? Hoe kun je geduld oefenen ? In het eerste hoofdstuk wordt gesteld dat diepte de sleutel is tot geduld. Geduld komt dus door woord en kennis. Houd je daaraan vast, en zorg dat je er diep ingaat, anders wordt je door de stormen van overmoed snel uitgerukt. We leven in het tijdperk van oninteresse. Mensen zijn ongeinteresseerd, en volgen alleen maar het populaire na. Ze meten alles af aan de meerderheid. We hebben een touw nodig om ons vast te houden, om Odyseus gebonden te houden aan de mast, opdat hij niet door de sirenen meegezogen zou worden. Daarom is er de tocht tot het eeuwige touw. Dan moeten we alles achter ons laten en de Jabbok overgaan. De mens is te groot geworden. Nu is het zaak dat de mens kleiner wordt, boete doet, om door de enge poort binnen te gaan, maar de mens heeft zijn eigen enge poorten gemaakt van het vlees. Daarom moeten we wel tot een groter pinksteren gaan. Ben je al tot het grotere pinksterfeest gegaan, dat van het eeuwige touw ? Het boek stelt dat we leger moeten worden, opdat de natuur weer plaats in ons kan nemen. Het principe van de ouroboros wordt besproken, van het beest wat zichzelf verslindt, en waardoor er wedergeboorte is, en waarvoor de kerk de gnostici vervolgden, want de kerk geloofde dat er alleen maar wedergeboorte was door de kerk. In het boek worden de profeten erbij gehaald, want ze laten allemaal een deel van het pad zien, een attribuut wat we nodig hebben. Zo kan de mens langzaam loskomen van het koninklijke vlees wat hij had verkozen boven het profetische. De komende tijden gaan we zien hoe dit pad precies loopt en wat de valstrikken zijn. Ik wil afsluiten voor vandaag met een uitspraak van George Orwell : "We zijn nu gezonken tot een diepte waarop herformulering van het voor de hand liggende de eerste plicht is van intelligente mannen." hoofdstuk 79 de armer wordende armen Er is een urgente roep tot minimalisme. De mens heeft meer van moeder natuur genomen dan hij mocht, en daarom is alles uit balans en is er een grote kloof tussen arm en rijk. De rijken worden rijker, en de armen worden armer.

102 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication