116

De tocht tot Witi Betelgeuse, de bron van Orion Het slachtmes van Zippora Er zijn in dit boek vele referenties naar de oude bijbel, en die onderwerpen worden in de grotere context uitgewerkt. Het komt uit het tweede grote deel van de nieuwe bijbel, de Terugkeer, om de Nevi’im, de profeten, de woordvoerders in de oude bijbel, te vervangen, dus dat is een brug over de gehele Davidische kloof heen. David wordt wel genoemd als ‘Ahn’ (zijn Orionse naam), maar het wordt in veel groter verband geplaatst, en het is een majesteitelijk boek. Er wordt dus ook gerefereerd naar het oude Genesis, zoals Ruben die tot Bilha komt, en de nephilim worden besproken, die in de nieuwe bijbel ook wel de apopi worden genoemd, de Egyptische term ervoor, en waar ook Ra tegen streed in de onderwereld, op zijn boot. De Egyptische achtergrond komt meer naar voren. hoofdstuk 92 Ga de Jordaan over Er brandt licht, maar er is niemand thuis. Dat is de gesteldheid van veel mensen. Het zijn chemische processen in het brein, giffen die op elkaar inspelen. Als je dan ontwaakt bent en je hebt de verlichting ontvangen, dan kun je je heel eenzaam voelen als je dit opmerkt. De zombies om ons heen sjokken voort, naar hun volgende pakje sigaretten, naar hun volgende bloemenvaasje met afgeknipte bloemen die een vroegtijdige dood sterven, naar hun volgende joint, hun volgende prikkie. Zo sjokken ze het leven door. Het leven is voor hen een shopping paradijs. Heel eenzaam kun je je voelen, als een roepende in de woestijn. De meeste mensen zijn doof. Ze sjokken rustig door. Ze zijn immers dood van binnen. We leven in een afschuwelijke wereld die veel mensen beter willen voorstellen dan het is, want het is immers hun pakkie an niet. Ze leven immers in hun eigen wereld. Charles Darwin zei het al in de jaren 1800 : Er zal maar een klein overblijfsel zijn. De rest zal vergaan. De grote massa’s zijn illusies namelijk, om ONS te testen.

117 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication