21

hoofdstuk 17 het wildernis dorp De tweede nacht na de uitgave van de derde preview van de rv-bijbel, het boek Belech : Nog meer Joden begonnen over te lopen, Joodse energieen, Joodse wezens. In een droom had ik lang door de wildernis gelopen en kwam eindelijk aan bij een wildernis dorp. Er was een weg met huizen aan de linkerkant al, en aan de rechterkant was het nog veel bos, maar verderop liep het over in huizenwijken. Over de weg reed een racecar. Het waren racecars van het Nieuwe Testament. De Joden hebben het Nieuwe Testament nooit aangenomen. Het ging hen allemaal te snel, het was te modern. Ikzelf heb er altijd dubbele gevoelens over gehad. Ik was met iemand anders. We gingen de wijken in. Mijn tante woonde er ook ergens. Ergens bij een rijtjeshuis begon een hond tegen ons te blaffen en was nogal opdringerig, dus wij gingen naar de tuin daarnaast, en klommen op het hek. 1993 was een mooi jaar, soms ook moeilijk. Ik was net getrouwd. We waren gelukkig met elkaar. We gingen in die tijd weleens naar Beth Yeshua, een Joodse kerk in Amsterdam. We hadden een cassette bandje van daar, Joodse muziek, wat we heel veel draaiden. Dat is lang geleden. Toen internet kwam heb ik veel gezocht naar de muziek, maar kon het niet vinden. Ik kon me de artiest niet meer herinneren, en de liedjes ook niet. Maar in de droom van vannacht hoorde ik een lied ervan weer. Er waren immers vele Joden vrijgezet. Ik werd wakker met het lied in mijn hoofd. Ik heb het toen opgezocht op het internet, en het bleek erop te staan, ook de andere liederen. Het was van Bruce Cohen. Hij zingt in zowel Hebreeuws als Engels. Ik voelde me weer helemaal thuis, zoals ik dat vroeger ook voelde als ik ernaar luisterde. In ieder geval was het lied wat ik in mijn droom hoorde genaamd Anachnu (‘wij’ in het Hebreeuws). Het cassette bandje kwam uit 1992. Wat een mooie jaren, en we konden het niet vasthouden, maar het houdt ons vast, en we kunnen naar de muziek van dat tijdperk luisteren. In Beth Yeshua ontmoette ik trouwens ook de engel in 1993 die mij vertelde geen alcohol meer te drinken. Dat heb ik sindsdien ook niet meer gedaan. Niet dat ik het daarvoor veel deed, maar soms een slokje bij het avondmaal. Niet meer doen, het is vergif. In het wildernis dorp, in de droom, kwamen de mensen uit hun huis en namen hun hond weer terug. Ook hun buren waren naar buiten gekomen, waar wij op het hek waren geklommen. hoofdstuk 18 de strijd tussen Orion en het zeemonster Er was een strijd met zeemonsters van chaos. Hieruit kwam de schepping voort, en die strijd was nog niet afgelopen. De mens is nog steeds in gevecht. De schepping is nog niet gekomen.

22 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication