23

hoofdstuk 19 Het opvangcentrum van tante Sjaan De vierde nacht na de uitgave van de derde preview van de rv-bijbel, het boek Belech. In een droom was ik bezig het wildernis dorp te verkennen. Het opvangcentrum van tante Sjaan lag door het hele dorp heen, allemaal verschillende gedeeltes. Ik ging door het dorp heen, het winkelcentrum en kwam zo aan de andere kant van het dorp, wat overliep in weilanden met bos erachter. Een meisje liet het me zien. Ze ging heel snel, en ik ging ook haar richting op en kwam bij een boerderij waar een witte hond was, golden retriever achtig, maar wel gewoon een ander soort. Hij blafte wel even, maar deed verder niks. Daarna was ik nog even in een bepaald gedeelte van het opvangcentrum, in een huiskamer. Ik vertelde wat er was gebeurd, dat er nog even een flinke aanval was. Er waren wat Joodse mensen daar, en ook mijn oudtante en oudoom waren er, die altijd bij elkaar hadden gewoond. Een donkere Joodse vrouw zei dat ik mijn kaken moest houden, wat ik een vervelende opmerking vond, maar er was ook een andere donkere Joodse vrouw. Zij had een hoed op en had een gitaar. Ze was het lied ‘You are the one’ van Bruce Cohen, van het Joodse cassette bandje uit 1993 waarvan ik de liederen weer had gevonden. Ze zei toen dat die vrouw het niet zo bedoelde. De donkere Joodse vrouw met hoed en gitaar leek een beetje op mijn levenspartner van die tijd. Ze had een hele mooie energie en aura. Ik vond het wel vreemd dat die andere Joodse vrouw had gezegd dat ik mijn kaken moest houden. Mijn oudtante en oudoom zeiden in ieder geval : ‘Beterschap’ tegen me. Ze had het niet zo bedoeld in de zin van dat het oorlog was, en dat iedereen wel dingen had, maar ik vond dat dat wel geuit moest kunnen worden, en dat je elkaar best wel wat kunt ondersteunen. Het kwam bij mij nogal hard over, zo van : ‘Houd je kaken.’ Maar ja, zij zat daar natuurlijk ook niet voor niets, en had ook het een en ander meegemaakt. Er was ook een Joodse vrouw bij van een lichtere kleur die sprak met veel gebaren. hoofdstuk 20 De wildernis stammen Om elke vierkante meter wordt gestreden door het vlees, om elke vierkante centimeter strijdt het vlees. Laten we er niet te gemakkelijk over denken. Het is oorlog, geen tijd voor feestjes. Het vlees stalkt onverbiddelijk en laat niet los. Je moet dan ontwaken en beseffen dat je in een zwijnenjacht bent. Dat zijn geen volwassenen die op zwijnen jagen. Nee, de volwassenen slapen. Het zijn kinderen. Dan proberen je medejagers je te doen ontwaken. Misschien was je wel gebeten, knock out geslagen door het wilde zwijn. Ik was het boek ‘Vissen’ aan het lezen in de RV-bijbel, een lang boek, en ik voelde me geestelijk in het wildernis dorp, waar ik een ijsje at, en ik was met de andere kinderen. Buiten het wildernis dorp waren in de wildernis stammen met vrouwen en meisjes die rieten rokjes droegen. Ik zag het in de geestelijke wereld, dwars door de woorden heen.

24 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication