33

Ik had een droom dat ik in een natuurstad was. De huizen bestonden allemaal uit gangen die ook weer door kleine kamertjes of ruimtes heengingen, en die gangen waren ook tussen de huizen, en telkens waren er deuren tussen, als een soort doolhoven waarin de mens verborgenheid had. Zo werd het hemels centraliseren in stand gehouden. Vroeger werd de natuurstad geplaagd door monikken van de nachtmerrie. Die waren toen verdreven, maar hun schaduwen en geesten waren er nog wel. Ik was in de gangen en ging langs de kamertjes en kleinere ruimtes, van deur tot deur, en soms zag ik zo’n schaduw van een monnik, maar het vaagde ook weer snel weg. Ze konden niet meer aarden. Ze droegen ook hele vreemde hoedjes. Hoe kom je door de nachtmerrie heen ? Door het te leren aanvaarden en dragen, om het zo te verwerken, en door het hemels centraliseren. Leren hemels vissen betekent eerst je hemelse visnet in orde te krijgen, door de hemelse centralisatie. Het hemelse visnet is iets groots en veelzijdigs, als het hemelse centrum waar je allereerst zelf doorheen moet. Daarom is het een thema wat telkens weer terugkomt in de RVBijbel. Probeer het hemelse visnet voor je te zien, en de dynamieken, de lijnen, wetende dat wanneer je geen gematigdheid en variatie beoefend, en vervalt tot eenzijdigheid en vleselijke centralisatie van materialistische dingen dat het hemels visnet dan niet zal kunnen werken, en dan zit er in principe een heel groot gat in. Dan bereik je verder niks. Wat zijn nu precies de verdere valkuilen in de hemelse centralisatie ? Je moet niet overmatig objectiviceren want dan wordt het steriel, kil en zakelijk, maar je moet ook niet overmatig personificeren, want dan wordt het een projectie, en dan speel je in principe verstoppertje, zoals mensen die het telkens over God hebben, maar niet de principes hanteren, en dus in wezen gewoon aan voorouder-aanbidding en persoonlijkheidscultussen doen. Het gaat er dus om balans hierin te vinden. God mag geen schuilplaats voor het vlees worden. De schijnwerkelijkheid waar de mens in leeft, de matrix, is een gevolg van vleselijke centralisatie. hoofdstuk 32 van supermarkt tot warenhuis Om ons heen zijn de dode systemen. Het vlees is allang dood, maar dit zijn nog de stuiptrekkingen. Daarachter ligt het bos. Daar naartoe is de tocht, door veel ontraadselingen, puzzels. De dode laagjes van het vlees moeten eraf. Die geven nog verwarrende signalen af, verdraaiingen, vreemde echo’s. Je kan je er kwaad om maken, maar je moet de jacht in. Je moet een hemelse visser worden. Allereerst moet je zelf door het visnet gevangen worden,

34 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication