50

De nieuwe Genesis, het boek Behemma, beschrijft de geestelijke oorlogsvoering zo diep en uitvoerig dat er geen materiele oorlog meer nodig is. Het beschrijft de geestelijke jacht zo uitvoerig dat er geen materiele jacht meer nodig is. Het boek begint met een gebed van Samuel voor Eli, dat hij opgewekt zal worden en dat zijn hart veranderd zal zijn. Het boek eindigt met de afkapping van het geslachtsdeel van Goliath. Bloemen zijn poetische wezens. Ze tonen hele andere paden dan die van de mens. Ze hebben hele andere manieren en gewoonten. Ze leven langs alles heen wat de mens heeft gemaakt en de mens doet, en maken daar wat anders van. De mensheid zoals die nu is is ver van de bloemen afgedwaald, en van de taal van de bloemen. Poezie is ver te zoeken. Alles hebben ze verletterlijkt en overmatig gesexualiseerd en geobjectiveerd, en daar hebben ze dan een walgelijk en idioot romantisch sausje overheen gegooid waarvan je over je nek gaat, maar het schijnt goed te verkopen in zombie land. De zombie haalt zich er aan op. We moeten terug naar de bloemen, mensen, terug naar de taal van de bloemen, en dat is waar de nieuwe genesis dan ook overvloedig mee begint. Dat is ook de sleutel tot de eeuwige jeugd. Samuel betrok de bloemen in zijn gebed voor Eli. Bloemen hebben een voleindigende kracht, brengen de missing links terug, laten de grotere cirkels zien. Samuel deed een beroep op die hemelse krachten. De bloem vertegenwoordigt de volkomenheid van God, van de hemel, de zorgvuldigheid en tederheid, het escapisme ook, om teveel drama en stress te voorkomen. De bloem hangt tussen werelden in. De bloem laat altijd weer los, laat altijd weer vrij. Dat is ook wat de liefde doet : de liefde laat vrij, de liefde manipuleert niet overmatig, maar heeft ook respect voor de keuze van de ander. Liefde is nooit gedwongen. De bloemen weven een nieuwe wereld, zingen een heel ander lied dan de gevallen mensheid. De bloemen verheffen zich altijd weer boven het vleselijke uit. Ze hebben de tijd niet voor aardse dwalingen en drogbeelden. Ze blijven doorgroeien en blijven voortbloeien, zichzelf en anderen hierin herscheppende, ook hun zicht op de dingen. De mensheid is moegedraaid. Alles moet altijd maar, en men sleurt elkaar hier in mee. Iedereen is aan elkaar geketend, en een ieder ketent de ander. Er is het grote wiel van subjectiviteit, het veranderen van gezichtspunt. Hier is het samenspel tussen gezichtspunt en het veranderen van gezichtspunt. Zij die niet tot deze lelie komen zullen door het water worden opgeslokt. Behemma 22:5 We zien de aandacht gericht op de lelie, de waterbloem. De nieuwe Genesis gaat veel over de zondvloed en wat het inhoudt. Uiteindelijk is de lelie dan een beeld van de boot waarin redding is voor de mensheid, het veranderen van gezichtspunt en dit laten samenspelen met de gezichtspunten. Dat is heel belangrijk. Bloemen blijven spelen met mensen. Ze laten de mensheid niet aan hun lot over. Ze blijven spelen met de ideeen van mensen en de voorstellingen van mensen, om er het beste uit te halen, maar ze laten zich er niet door opslokken. Ze brengen het tot steeds hogere niveau’s en tot steeds diepere betekenissen.

51 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication