17

'De lucht is het puzzel stukje wat jullie zoeken,' zei de prinses. 'Want door de lucht zijn alle puzzel stukjes aan elkaar verbonden. De lucht is de brug. Als je hen die boodschap vertelt, misschien stopt dan de oorlog. Of vertel hen gewoon over het ontbrekende puzzel stukje die zorgt dat ze aan elkaar passen. Vertel hen gewoon over ons, hoe oorlogszuchtig wij zijn, en hoe zij allemaal onze vijanden zijn, en misschien worden ze dan wel elkaar's vrienden.' 'Nee, dat zal niet gaan,' zei Hector. 'Er zijn nog meer missende puzzel stukjes, want zelfs deze brug werkt niet. We zullen verder op ontdekkingsreis moeten.' 'Kom hier in ieder geval niet meer,' zei de prinses nu wat strenger. 'Wij willen alleen blijven. Wij horen niet bij de andere puzzel stukjes.' 'Goed,' zei Hector. 'We mochten nog een wens doen. Ons schip was door de piraten tot zinken gebracht. Wij zouden graag een nieuw schip willen, anders moeten we helemaal terugzwemmen.' 'Hoe durven jullie zo iets groots te vragen,' zei de prinses, die steeds onaardiger begon te doen sinds ze was bevrijd. 'Jullie vragen het onmogelijke van ons.' Toen zei ze tegen de andere bruine puzzel stukjes : 'Werp hen in de put van gevangen puzzel stukjes. Dan mogen ze elkaar opvreten.' We werden meegenomen naar een put verderop, en daar werden we ingesmeten. We vielen heel diep. We werden direct omsingeld door een heleboel verschillende puzzel stukjes, ook puzzel stukjes die we nog nooit hadden gezien. Ze hadden allerlei kleuren, en waren van allerlei stammen. 'Welkom,' zei een wit puzzel stukje. Hij glom een beetje, alsof hij van zilver was. 'Ik ben de brug.' 'Een geluk bij een ongeluk,' zei Hector. 'Dus jij bent de brug waar we zo lang naar zoeken, en die de oorlogen tussen de puzzel stukjes zou kunnen stoppen ?' 'Ja,' zei het witte puzzel stukje, 'dat ben ik. Maar ik zit hier opgesloten. In ieder geval heb ik alle puzzel stukjes hier al met elkaar kunnen verzoenen. Door mij passen ze allemaal aan elkaar, maar we zijn hier in de diepe put van de bruine puzzelstukjes. Wij zijn hun gevangenen.' Ik keek naar de gezichten van die puzzel stukjes. Ze zagen er inderdaad niet vijandig uit. 'Hoe komen we hieruit ?' vroeg ik. Het witte puzzel stukje keek naar Hector, het paarse puzzelstukje. 'Jouw vriendje hier is wat wij nodig hebben,' zei het witte puzzel stukje. 'Dat is Hector,' zei ik. 'Een geluk bij een ongeluk !' riep Hector weer. 'We zijn nu eindelijk compleet,' zei het witte puzzel stukje. 'Hier hebben we lang op gewacht.' 'Hoe is het compleet ?' vroeg ik. 'Nou,' zei het witte puzzel stukje, 'nu kunnen we het schip bouwen. Alleen paars ontbrak nog.' 'Maar met een schip komen we hier toch nooit weg ?' vroeg ik. 'Moet je opletten,' zei het witte puzzel stukje.

18 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication