6

Achter het spoor was het bos. Op een dag maakte Remio een boswandeling. Daar zag hij de vrouw in het wit. Hij durfde niks te zeggen, en durfde zich ook niet te bewegen. Ze kwam dichterbij en hij begon te trillen. 'Je hoeft niet bang te zijn,' zei ze. 'Ik ben de waarheid. Kom, laat me je meenemen in het bos.' Remio liep met de vrouw in het wit dieper het bos in. Zij had zijn hand vast. Zij was veel groter dan hem. Ze gingen naar een huisje waar zij woonde met haar dochter. 'Ik dacht dat u in het paradijs woonde,' zei Remio. 'Daar woon ik ook,' zei de vrouw in het wit, 'maar als vreemdeling kom ik hier ook vaak.' 'Op vakantie ofzo ?' vroeg Remio. 'Voor het werk van de waarheid,' zei de vrouw in het wit glimlachend. 'Mag ik ook een werker van de waarheid zijn om u mee te helpen ?' vroeg Remio. 'Ik wachtte al zo lang op de trein van de waarheid, maar die kwam maar niet.' 'Natuurlijk,' zei de vrouw in het wit glimlachend. 'Wat moeten we doen ?' vroeg Remio. 'Allereerst luisteren,' zei de vrouw in het wit. 'Naar wie ?' vroeg Remio. 'Naar de waarheid,' zei de vrouw in het wit. 'De waarheid zal je vertellen over het werk. Zo zul je het monster van luiheid verslaan.' 'Is het een bedrijf ?' vroeg Remio. 'Het bedrijf van de waarheid. Er wordt alleen betaald met medailles, met het goede, en zo kun je stukjes landkaart verdienen om het werk te kunnen uitbreiden,' zei de vrouw in het wit, terwijl ze glimlachte naar haar dochter die de hele tijd niets had gezegd. Haar dochter was ook in het wit.

7 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication