113

opgelegd. De kaarten werden door iemand geschud en zo ontstond er een verhaal door het neerleggen van de kaarten. Iedereen moest zo een verhaal vertellen aan de hand van de kaarten, en de kaartenlegger mocht een verhaal uitkiezen. Degene die dat verhaal had verteld won alle kaarten. Vanwege mijn ervaring met toneelspelen won ik vaak, en had na een tijdje een hele stapel kaarten. Iedereen had ook een pion op een bord, en de winnaar mocht altijd met de dobbelsteen gooien om te zien hoeveel stappen zijn of haar pion mocht zetten. Degene die het bordspel won won ook nog allerlei extra kaarten. We leerden zo creatief en verhalend om te gaan met ogenschijnlijke problemen. Omdat ik zoveel kaarten won begonnen ze me meer en meer de kaartenkoning te noemen. Na een tijdje had ik genoeg kaarten verdiend voor de eerste paarse streep, en zo werd ik beëdigd tot grappenmeester. Ik kwam erachter dat een grappenmeester een groot verhalenmeester en kaartenmeester was. Ik was nu uitermate geïnteresseerd in hen met de zwarte kappen, en wilde alles van hen weten. Ik zou 113

114 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication