26

Hoofdstuk 2. Helga "En wat betekent dat, dat ik één van jullie ben ?" vroeg ik verbaasd. "U bent van de nog lagere klas, net als ons," glunderde de jongen. "En het boertje, van welke klas is hij ?" vroeg ik. "Shhh," zei de jongen, "daar praat niemand over." "Wat is de opdracht hier ?" vroeg ik. "Shhh," lachte de jongen weer. Hij stak toen zijn tongetje uit. Ook de andere jongens lachten. Ze kwamen over als hele lieve, aandachtige en tedere jongens, heel zorgzaam. "En waar slaap ik ?" vroeg ik, terwijl ik verwachte dat ik weer geen antwoord zou krijgen. Eén van de jongens wees naar de vechtsport school. "Daarachter wonen wij, in een gebouw in het bos, achter de vechtsport school," sprak hij. Na een tijdje liepen we er naartoe. We hadden allemaal onze eigen kamer. In de gezamenlijke kamer stond een tv, een tafeltennistafel en een voetbalspel tafel. In mijn kamer stond een boekenkastje, een bed, en een wastafel. Op het bed lag een brief. Het was een brief 26

27 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication