36

"Ik wil terug, Helga," sprak ik. "Het was zo prachtig. En zij was zo prachtig op haar paard, geheel in paarse vlammen, als een stuk verloren natuur." Helga knikte weer, glimlachend. "Zij is een komedie," sprak ze. "Ze is humor. Zij heeft alles gemaakt, maar de mens begrijpt er niets van." Ik zuchtte. "Kon ik het maar begrijpen," sprak ik, "maar het lijkt nog steeds alsof ik in het donker grijp." "Humor is strategie," sprak Helga. "Het is een toernooi. Elke grap heeft zijn doel." "Zo voelt het allemaal aan," sprak ik, "alsof alles één grote grap is." "Humor neemt de tijd, mijn jongen," sprak Helga. "Ware humor is dichterlijk. Het maakt van alles iets anders. Humor is de schepper." "Diepe woorden," sprak ik. "En ik kan ze niet eens overzien. Alles glijdt tussen mijn vingers weg." "Zij die haar hebben gezien zijn de dag erna depressief," sprak Helga. "Het trekt hen uit elkaar als een voetbalspel. Ze worden heen en weer geslingerd. Aan het einde van de rit ben je niets anders dan een pingpong-balletje." 36

37 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication